Debatten en verslagen Vlaamse Regering (ivm Groene Delle)

Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Gehouden op dinsdag 10 maart 2015, 14.00 uur

Voorzitter: Tine Rombouts

 

Onderwerp:
Vraag om uitleg over MER-planning voor het Economisch Netwerk Albertkanaal
van Rob Beenders aan minister Joke Schauvliege. 

De voorzitter: De heer Beenders heeft het woord.


De heer Rob Beenders (sp·a):

Minister, mijn vraag om uitleg past in de opvolging van een aantal schriftelijke vragen over het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA). Uit de antwoorden is gebleken dat de dienst Mer op 20 juni 2014 het plan-MER ‘Bedrijventerreinen die deel uitmaken van het Economisch Netwerk Albertkanaal’ heeft goedgekeurd. Het eindrapport werd beschouwd als een volwaardig plan-MER.


De heer Rob Beenders (sp·a):

Minister, in september hebt u aangegeven dat u nog enkele maanden tijd nodig had om financiële berekeningen te maken van flankerende maatregelen, die nodig waren om een beslissing te kunnen nemen. Het is nu maart en het blijft stil in dit dossier, dat toch al enkele jaren aansleept en dat ook van een heel groot naar een heel klein gebied is geëvolueerd van mogelijk te ontwikkelen ruimte voor industrie.

Minister, ik wil graag duidelijkheid krijgen over de timing. Welke onderzoeken moeten nog allemaal worden afgerond voordat de Vlaamse Regering verdere beslissingen kan nemen over het gebied Zolder Lummen-Zuid, een deelgebied in het ENA? Kunt u een stand van zaken geven over het dossier Zolder Lummen-Zuid inzake de tijdstabel van beslissingen die zullen worden genomen door de Vlaamse Regering, zodat we voor eens en altijd een duidelijk perspectief krijgen, en zodat de omwonenden van dat gebied duidelijk weten wanneer er een concrete beslissing wordt genomen in dit dossier?


De voorzitter: De heer Ceyssens heeft het woord.


De heer Lode Ceyssens (CD&V):

Jammer genoeg is het een kleiner perceel geworden, hoor ik de heer Beenders zeggen. Ik dacht bijna dat ik aan het dromen was dat de heer Beenders ernaar uitkijkt dat het ENA eindelijk kon worden ontwikkeld. Quod non, vrees ik.

Mijnheer Beenders, ik wil aan u een oproep doen. In de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken pleiten we samen te pas en te onpas voor de ontsluiting van Limburg, in functie van onze economische ontwikkeling. Hier ligt een gigantische kans om watergebonden economie te realiseren. In 2013 zijn in Vlaanderen alleen 250.000 vrachtwagens van de weg gehouden door die binnenvaart. Het is dus een unieke kans om ook hier te proberen watergebonden bedrijventerreinen te ontwikkelen. Misschien moet u er nog eens over nadenken dat u nieuwsgierig uitkijkt naar wanneer dat plan kan worden ontwikkeld, veeleer dan wanneer het kan worden begraven.


De voorzitter: De heer Danen heeft het woord.


De heer Johan Danen (Groen):

Natuurlijk is onze fractie ook gewonnen voor watergebonden bedrijvigheid en om vrachtwagens van de weg te halen, mijnheer Ceyssens. Dat wil niet zeggen dat we moeten gaan naar een industrielint van Luik tot Antwerpen waar we te pas en te onpas bedrijven plannen langs dat kanaal, waar dat op sommige plekken misschien minder aangewezen is.

Ik heb hierover al enkele schriftelijke vragen gesteld. Ik wil het hier hebben over andere gebieden die ook in dat MER zijn vervat. Naast Zolder Lummen-Zuid, de zogenaamde Groene Delle, gaat het over Genk-Zuid-Oost, het zogenaamde Munsterbos, Kaatsbeek en Ebema. Dat zijn de vier Limburgse gebieden die in het ENA zijn vervat.

De situatie is de laatste jaren of maanden heel erg veranderd omdat vlakbij die gebieden er 140 hectare industriegrond van de Fordterreinen is vrijgekomen, ook watergebonden en goed ontsloten en vrij vlug inpas- of bruikbaar.

Minister, in welke mate gaat u rekening houden met het gegeven dat die industriegebieden zijn vrijgekomen? Op mijn vraag daarover antwoordt u dat u een kortlopende studieopdracht zult starten. Is die studieopdracht al gestart? Zo neen, wanneer zal die starten? Zo ja, kunt u wat specifieker zijn over wat u bedoelt met kortlopend?


De voorzitter: De heer Nevens heeft het woord.


De heer Bart Nevens (N-VA):

Mevrouw Lies Jans zou hier normaal het woord nemen. Ik ben zelf geen Limburger, maar ik wil hen wel uit de nood helpen. Ik volg de theorie die zegt dat er, helaas, ruimte is vrijgekomen van Ford Genk. We moeten toch oppassen met nieuwe zones. Het gaat over Lummen-Zuid, de Groene Delle, dat toch een waardevol stukje natuur is. We moeten eerst trachten te benutten wat vandaag al kan worden benut. Het gaat dan over die oude Ford Genk-site, waar vandaag al honderden hectaren worden ingevuld. Infrax gaat daar een magazijn openen, dus dat gaat de goede richting uit. Er is potentieel en ontwikkeling van die site mogelijk. Minister, laat ons eerst benutten wat vandaag voor de hand ligt en laat ons met die andere sites zoals Lummen-Zuid, de Groene Delle voorzichtig omspringen. Het gaat om een natuurgebied van honderd hectare. Vandaag staan natuurgebieden onder druk, maar ze zijn wel belangrijk om in de toekomst gevrijwaard te blijven.


Minister, ik heb een vraag over de geplande ontwikkelingskosten voor de ontsluiting en de kade-infrastructuur als dat gebied Lummen-Zuid toch zou worden ontwikkeld in het kader van het ENA. Staan de kosten die nodig zijn voor de ontsluiting in verhouding tot de maatschappelijke baten? Werd er een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uitgevoerd op basis van het minimaal en gereduceerd programma dat werd onderzocht in dat plan-MER? Zult u conform uw beleidsnota het ecologisch waardevolle natuurgebied van de Groene Delle maximaal vrijwaren door in uw voorstel aan de Vlaamse Regering dit gebied niet langer in aanmerking te nemen  als potentieel gebied voor industriële ontwikkeling? Zult u de beslissing van 2004 prioritair inzetten op de verschillende inbreidings- en herstructureringsprojecten? Op welke termijn zult in een ontwerp-RUP voor de insteekhaven te Lummen een van deze inbreidingsprojecten voorleggen aan de Vlaamse Regering?


De voorzitter: Minister Schauvliege heeft het woord.


Minister Joke Schauvliege:

Het plan-MER van de bedrijventerreinen die deel uitmaken van het ENA, is goedgekeurd op 20 juni 2014. Het plan-MER van Zolder Lummen-Zuid maakt daar integraal deel van uit. Er moet geen apart MER worden opgemaakt. Uiteraard zullen de resultaten doorwerken in een gebiedsgericht programma. Alle documenten, dus ook alle vragen die hier zijn gesteld over verschillende aspecten, zijn te vinden op een aparte pagina van ENA: www.vlaanderen.be/ena. Alle studies zijn daar te vinden. In mei zullen we met alle stakeholders die daarbij betrokken zijn, samen met de voorzitter van het coördinatieplatform ENA, een breed infomoment organiseren om de stand van zaken van al die dossiers toe te lichten, en uiteraard rekening te houden met recente ontwikkelingen, waaronder ook terreinen die ondertussen zijn vrijgekomen. Het spreekt voor zich dat dat mee in het overleg zal worden besproken.

Op dit moment gebeurt er ook een haalbaarheidsstudie door nv De Scheepvaart voor de drie zoekzones. Dat valt dus onder de bevoegdheid van minister Weyts, die deel uitmaakt van een MKBA. Het Agentschap Ondernemen is een interne evaluatie aan het uitvoeren over de effectieve realisaties. Dat heeft te maken met welke terreinen er nog beschikbaar zijn en wat daarmee kan worden gedaan. Dat is nu bezig en moet klaar zijn in mei.

Het departement Ruimte Vlaanderen zal in de komende maanden een externe onderzoeksopdracht voeren naar de resultaten van tien jaar werking van ENA. Dat moet binnenkort van start gaan. Op basis van alle informatie, van het goedgekeurde plan-MER, van de consultaties en de studie van nv De Scheepvaart en ondernemen, moeten we natuurlijk samen met de ministers bevoegd voor economie, mobiliteit en openbare werken voor de zomer van 2015 voorstellen doen aan de Vlaamse Regering over een eventuele herijking van de visie, de programmatie en de organisatie van ENA.


Een aantal lopende acties, maar niet de actie in Lummen-Zuid, zullen hier deel van uitmaken. De lokale besturen en de verschillende partners zullen hierbij worden betrokken. Dat zal begin mei 2015 gebeuren,

Er is me gevraagd wanneer het RUP aan de Vlaamse Regering zal worden voorgelegd. Ik kan daar geen termijn op kleven. Het is belangrijk eerst alles goed in kaart te brengen en overleg te plegen. We moeten nagaan of er nog nood is aan bijsturingen. Uiteraard moeten we op basis van het MER evenwichten zoeken tussen de economische activiteiten en de ecologische gebieden in de streek. Dat zal allemaal deel uitmaken van de afweging die we zullen maken.


De voorzitter: De heer Beenders heeft het woord.


De heer Rob Beenders (sp·a):

Mijnheer Ceyssens, ik heb dit daarnet niet jammer genoemd. We pleiten uiteraard niet voor een bepaalde ontwikkeling. We pleiten immers al meer dan tien jaar voor het behoud van de natuur. Ik pleit daar overigens niet alleen voor. Toen over het RUP voor Hasselt werd beslist, waren alle partijen die nu in de meerderheid en de oppositie zitten, unaniem vragende partij om dit gebied groen te houden. Uw partij heeft daar ook voor gepleit en is zelfs nog een stap verder gegaan. Er zijn petities getekend om het behoud van het groen te bevestigen. Het gaat niet om de minste politici. Zelfs Europese parlementsleden hebben met het actiecomité vooropgelopen om het gebied te behouden.

In het belang van de geloofwaardigheid van de politiek moeten we de in het verleden genomen beslissingen bij het nemen van de definitieve beslissingen respecteren en blijven verdedigen. Het gaat om de keuze het groen te behouden en niet in industrieterreinen om te zetten.


Hoewel in de voorliggende studies nog maar 20 hectare is weerhouden, wil ik erop wijzen dat de economische realiteit anders is dan tien jaar geleden. We beschikken in Limburg al over heel wat industriegronden die volledig zijn uitgerust om bedrijven te huisvesten. We moeten inzetten op de zoektocht naar bedrijven die voor tewerkstelling zorgen. We mogen de groene ruimte die voor de toekomst belangrijk is, niet opofferen. We mogen de ecologische realiteit niet vergeten. Er staan trouwens geen bedrijven in de rij om zich daar te vestigen.

Dit moet allemaal stap voor stap gebeuren. We moeten de beslissingen die alle partijen in het verleden unaniem hebben genomen, blijven verdedigen. Dat is niet enkel goed voor de natuur, het milieu en de ecologie, maar ook voor de politieke geloofwaardigheid.


De voorzitter: Mevrouw Jans heeft het woord.


Mevrouw Lies Jans (N-VA):

Voorzitter, ik wil me eerst excuseren. Aangezien ik nog in een andere commissie zat, heb ik het begin van de vraag om uitleg gemist. Ik heb het antwoord van de minister echter gehoord, en ik zou hier nog even op willen inpikken.

Minister, u wilt dit voor de zomer van dit jaar aan de Vlaamse Regering voorleggen. Er moet nog overleg worden gepleegd. Er zal nog een infomoment komen. U zult allerlei bijkomende standpunten en informatie verzamelen om uiteindelijk een beslissing te nemen.


Mijnheer Beenders, u hebt naar een specifiek gebied verwezen. De Groene Delle is een belangrijk natuurgebied. Het lijkt me belangrijk dat er, voor dit aan de Vlaamse Regering wordt voorgelegd, een echte kosten-batenanalyse wordt gemaakt. De situatie is immers veranderd. De terreinen van Ford moeten ook worden ingevuld.


Minister, het gaat hier om een ecologisch zeer waardevol gebied. Het zou zonde zijn hier grote investeringen door te voeren en nadien te merken dat we de natuurwaarde hebben weggegooid en dat de opbrengsten beperkt zijn. Ik pleit ervoor een kosten-batenanalyse uit te voeren voor een beslissing wordt genomen. Die analyse moet betrekking hebben op dit specifiek gebied en moet worden gebaseerd op de afbakening van het aantal hectare in de plan-MER.


De voorzitter: De heer Ceyssens heeft het woord.


De heer Lode Ceyssens (CD&V):

Mijnheer Beenders, u hebt hier het punt van de politieke geloofwaardigheid aangesneden. Ik zal even uitleggen wat voor mij politiek geloofwaardig is. Destijds is in verband met het GRUP Hasselt-Genk beslist dat er bijkomende industrieterreinen moesten komen. Uiteindelijk zijn die terreinen tot grote frustratie afgevoerd. Blijkbaar waren die terreinen echt nodig. Het ging toen echter om terreinen die langs de weg zouden worden ontsloten.

We hebben het hier voortdurend over ecologie. Met 5 liter brandstof vervoert een binnenschip een ton goederen 500 kilometer. Met een trein is dit 333 kilometer. Met een vrachtwagen is het 100 kilometer. Wat de ecologie betreft, spreken deze getallen voor zich. Volgens de Europese Commissie bedragen de externe of maatschappelijke kosten die door ongevallen, geluidsoverlast, verontreiniging, klimaatverandering, infrastructuur en fileleed worden veroorzaakt, voor het wegvervoer 24,12 euro per duizend ton per kilometer. Voor de binnenvaart is dit ten hoogste 5 euro. Dat is politieke geloofwaardigheid. Als we het over ecologie hebben, moeten we aan die cijfers denken.


De voorzitter: De heer Danen heeft het woord.


De heer Johan Danen (Groen):

Niemand betwist dat de binnenvaart op ecologisch vlak met voorsprong beter is dan het goederenvervoer langs de weg. Dit betekent echter niet dat we van Luik tot Antwerpen een langgerekt industrieterrein moeten krijgen. Er is een plaats en een tijd voor alles. Een goede ruimtelijke ordening is dan ook van primordiaal belang.

Minister, ik ben blij dat u van mening bent dat er nog studies moeten worden uitgevoerd en dat er nog met mensen rond de tafel moet worden gezeten. De planningsfase is echter elf jaar geleden al begonnen. Dit mag wel eens worden afgerond.


Ik moet toegeven en erkennen dat ten gevolge van de sluiting van Ford Genk een groot gebied vrij ligt. Dit werpt een heel ander licht op de situatie. De mogelijke industriegebieden langs het Albertkanaal liggen vrij kort bij elkaar. Dit opent perspectieven om het specifieke gebied van Ford Genk zeer goed of toch beter dan nu te ontsluiten. Op die manier kunnen we de andere gebieden terug aan de natuur geven. Ik zou hier echt voor willen oproepen.


De voorzitter: Minister Schauvliege heeft het woord.


Minister Joke Schauvliege:

Ik wil niet vooruitlopen op de conclusies van de bijkomende inschatting van de situatie en van het overleg met de actoren. We moeten uiteraard een maatschappelijke kosten-batenanalyse uitvoeren. Dat lijkt me logisch. In de loop van mei 2015 moeten we alle informatie ontvangen. Op dat ogenblik zullen we een beslissing nemen. Dit dossier loopt al lang. Ondertussen is er al heel wat veranderd. Het is logisch dat we dit in rekening brengen. Op basis daarvan zullen we goede conclusies kunnen trekken.


De voorzitter: De vraag om uitleg is afgehandeld.

Zoek in Stokrooie.be

Onze sponsors

Schrijf je in voor de gratis Nieuwsbrief

Meld je aan voor de gratis Digitale Nieuwsbrief Stokrooie met actuele artikels. Zo hoef je geen nieuws over Stokrooie te missen. Tevens ontvang je op je verjaardag een geschenk. Zomaar... We respecteren uiteraard je privacy: je mailadres wordt NIET voor andere doeleinden gebruikt - en je kan je op ieder ogenblik uitschrijven.
Privacyverklaring 

Vul hier je gegevens in:

VRT NWS

Welke toekomst wacht Syriërs na val van Assad? Rudi Vranckx: "Sleutel zal zijn of ze verscheurende broedertwisten kunnen vermijden" 
De Syriërs vieren feest nu de voormalige president Bashar al-Assad verdreven is. Maar hoe moet het verder? Welke toekomst wacht de Syriërs die gevlucht zijn, bijvoorbeeld naar Europa? Wat met zij die gebleven zijn? En welke rol kan de internationale gemeenschap spelen? Conflictjournalist Rudi Vranckx denkt dat de heropbouw van Syrië "een enorme klus wordt, maar ik heb hoop".
>> meer lezen

Weer voor Stokrooie